Waarom zou ik wachten, mijn Vader, op de vreugde die U mij hebt beloofd? Want U zult Uw Woord houden dat U Uw Zoon in ballingschap gegeven hebt. Ik ben er zeker van dat mijn schat op mij wacht, en ik alleen mijn hand hoef uit te strekken om hem te vinden. Zelfs nu raken mijn vingers hem aan. Hij is heel dichtbij. Ik hoef geen ogenblik langer te wachten om voor eeuwig in vrede te zijn. Voor U kies ik, en samen met U voor mijn Identiteit. Uw Zoon wil graag Zichzelf zijn en U kennen als zijn Vader, zijn Schepper en zijn Geliefde.