Mijn eenheid met de Christus bevestigt mij als Uw Zoon, buiten het bereik van tijd en volkomen vrij van elke wet behalve die van U. Ik heb geen ander zelf dan de Christus in mij. Ik heb geen ander doel dan het Zijne. En Hij is zoals Zijn Vader. Daarom moet ik zowel één zijn met U als met Hem. Want wie is Christus anders dan Uw Zoon zoals U Hem geschapen hebt? En wat ben ik anders dan de Christus in mij?