LES 348

Ik heb geen reden tot woede of angst, want U omringt mij. En in elke behoefte die ik zie, is Uw genade mij genoeg.

Vader, laat mij gedenken dat U hier bent en dat ik niet alleen ben. Eeuwigdurende Liefde omringt mij. Ik heb geen reden tot iets anders dan de volmaakte vrede en vreugde die ik met U deel. Welke behoefte heb ik aan kwaadheid of angst? Volmaakte veiligheid omringt mij. Kan ik bang zijn, als Uw eeuwige belofte mij vergezelt? Volmaakte zondeloosheid omringt mij. Wat kan ik vrezen, wanneer U mij geschapen hebt in een heiligheid als de Uwe zo volmaakt?

Gods genade is ons genoeg in alles wat Hij ons wil laten doen. En dat alleen kiezen we tot onze wil, evenzeer als het de Zijne is.