LES 337

Mijn zondeloosheid beschermt me tegen alle kwaad.

Mijn zondeloosheid verzekert me volmaakte vrede, eeuwigdurende veiligheid, oneindige liefde, eeuwig vrij zijn van elke gedachte aan verlies, totale bevrijding van lijden. En alleen in een staat van geluk kan ik verkeren, omdat alleen geluk mij gegeven is. Wat moet ik doen om te weten dat dit alles mijn deel is? Ik moet de Verzoening voor mezelf aanvaarden, en meer niet. God heeft alles al gedaan wat gedaan moest worden. En ik moet leren dat ik van mezelf uit niets hoef te doen, want ik hoef alleen maar mijn Zelf te accepteren, mijn zondeloosheid, die voor mij geschapen en nu al van mij is, om te voelen dat Gods Liefde mij beschermt tegen alle kwaad, om te begrijpen dat mijn Vader Zijn Zoon liefheeft, om te weten dat ik de Zoon ben van wie mijn Vader houdt.

U, die mij in zondeloosheid geschapen hebt, vergist Zich niet omtrent wat ik ben. Ik vergiste me toen ik dacht dat ik zondigde, maar ik aanvaard de Verzoening voor mezelf. Vader, mijn droom is nu ten einde. Amen.