LES 316

Alle geschenken die ik mijn broeders geef, zijn de mijne.

Zoals elk geschenk dat mijn broeders geven van mij is, zo behoort ieder geschenk dat ik geef mij toe. Elk laat een vroegere vergissing verdwijnen, zonder een schaduw achter te laten op de heilige denkgeest die mijn Vader liefheeft. Zijn genade wordt me geschonken in elk geschenk dat een broeder door alle tijden heen en ook voorbij alle tijden ontvangen heeft. Mijn schatkamer is vol, en engelen bewaken haar open deuren, opdat geen enkel geschenk verloren gaat en er alleen meer worden bijgevoegd. Laat me komen naar waar mijn schatten zijn, en daar binnengaan waar ik werkelijk thuis en welkom ben, temidden van de geschenken die God mij gegeven heeft.

Vader, ik wil Uw geschenken vandaag aannemen. Ik herken ze niet. Maar ik vertrouw erop dat U die ze gegeven hebt het middel zult verschaffen waardoor ik ze kan aanschouwen, hun waarde kan zien en alleen Uw geschenken kan koesteren als wat ik verlang.