LES 315

Alle geschenken die mijn broeders geven, horen mij toe.

Elke dag komen er met elk ogenblik dat verstrijkt duizend schatten tot mij. Ik word heel de dag gezegend met geschenken die in waarde alles wat ik me kan voorstellen verre overtreffen. Een broeder glimlacht naar een ander en mijn hart wordt verblijd. Iemand spreekt een woord van goedheid of dank en mijn denkgeest ontvangt dit geschenk en maakt het tot het zijne. En ieder die de weg naar God vindt, wordt mijn verlosser, die mij de weg wijst en zijn zekerheid geeft dat wat hij geleerd heeft beslist ook het mijne is.

Ik dank U, Vader, voor de vele geschenken die vandaag en iedere dag van elke Zoon van God tot me komen. Mijn broeders zijn grenzeloos in al hun geschenken aan mij. Nu kan ik hen mijn erkentelijkheid betuigen, opdat mijn dankbaarheid aan hen mij mag leiden tot mijn Schepper en de herinnering van Hem.