In mij is eeuwige onschuld, want het is Gods Wil dat die daar voor eeuwig en altijd is. Ik, Zijn Zoon, wiens wil even onbegrensd is als de Zijne, kan hierin geen verandering willen. Want mijn Vaders Wil verloochenen is de mijne verloochenen. Naarbinnen kijken is niets anders dan mijn wil vinden zoals God die geschapen heeft en zoals die is. Ik ben bang naarbinnen te kijken, omdat ik denk dat ik een andere wil gemaakt heb die niet waar is, en die ik tot werkelijkheid heb gemaakt. Toch heeft die geen gevolgen. In mij is de Heiligheid van God. In mij is de herinnering van Hem.
De stap die ik vandaag zet, Vader, is mijn onbetwistbare bevrijding van ijdele dromen over zonde. Uw altaar blijft sereen en onbezoedeld. Het is het heilige altaar voor mijn Zelf, en daar vind ik mijn ware Identiteit.