Vader, ik heb een beeld van mezelf gemaakt en dat noem ik de Zoon van God. Toch is de schepping zoals ze altijd is geweest, want Uw schepping is onveranderlijk. Laat me geen afgoden aanbidden. Ik ben degene van wie mijn Vader houdt. Mijn heiligheid blijft het licht van de Hemel en de Liefde van God. Is niet datgene veilig wat door U wordt bemind? Is niet het licht van de Hemel oneindig? Is niet Uw Zoon mijn ware Identiteit, wanneer al-wat-is door U geschapen werd?
Nu zijn wij één in gemeenschappelijke Identiteit, met God onze Vader als onze enige Oorsprong en al het geschapene als deel van ons. En zo schenken we alles onze zegen, terwijl we ons liefdevol verenigen met heel de wereld, die dankzij onze vergeving één met ons geworden is.