LES 228

God heeft mij niet veroordeeld. Ik doe dat evenmin.

Mijn Vader kent mijn heiligheid. Zal ik Zijn kennis ontkennen, en geloven in wat Zijn kennis onmogelijk maakt? Zal ik voor waar aannemen wat Hij onwaar verklaart? Of zal ik Zijn Woord accepteren over wat ik ben, aangezien Hij mijn Schepper is en Degene die de ware hoedanigheid kent van Zijn Zoon?

Vader, ik heb me in mezelf vergist, omdat ik niet besefte uit welke Bron ik voortgekomen ben. Ik heb die Bron niet verlaten om in een lichaam in te gaan en te sterven. Mijn heiligheid blijft deel van mij, zoals ik deel ben van U. En mijn misvattingen omtrent mijzelf zijn dromen. Ik laat ze vandaag varen. En ik sta klaar om alleen Uw Woord te aanvaarden over wat ik werkelijk ben.