LES 13

Een betekenisloze wereld baart angst.

Het idee van vandaag is in wezen een andere vorm van het voorgaande, behalve dat het uitgesprokener is over de emotie die wordt opgeroepen. Eigenlijk is een betekenisloze wereld onmogelijk. Niets zonder betekenis bestaat. Hieruit volgt echter niet dat je niet zult denken dat je iets waarneemt dat geen betekenis heeft. Integendeel, je zult hoogstwaarschijnlijk menen dat je het wel waarneemt.

Het onderkennen van betekenisloosheid wekt in alle afgescheidenen diepe verontrusting. Het vormt een situatie waarin God en het ego elkaar ‘tarten’ om uit te maken wiens betekenis geschreven moet worden in de lege ruimte die de betekenisloosheid biedt. Het ego stormt als een bezetene binnen om daar zijn eigen ideeën neer te zetten, bang dat de leegte anders gebruikt kan worden om er zijn eigen onmacht en onwerkelijkheid mee aan te tonen. En alleen in dit opzicht heeft het gelijk.

Daarom is het van wezenlijk belang dat jij het betekenisloze leert onderkennen en het zonder angst aanvaardt. Als je angstig bent, is het zeker dat jij de wereld met eigenschappen begiftigt die ze niet bezit en bevolkt met beelden die niet bestaan. Voor het ego zijn illusies een beveiligingsmechanisme, zoals ze dat ook stellig zijn voor jou, die jezelf gelijkstelt met het ego.

De oefeningen van vandaag, die zo’n drie tot vier keer moeten worden gedaan, telkens ongeveer een minuut op z’n hoogst, dienen op een iets andere manier te worden uitgevoerd dan de voorgaande. Herhaal met gesloten ogen het idee van vandaag voor jezelf. Open dan je ogen en kijk langzaam om je heen, terwijl je zegt:

Ik kijk naar een betekenisloze wereld.

Herhaal deze uitspraak voor jezelf terwijl je rondkijkt. Sluit weer je ogen en besluit dan met:

Een betekenisloze wereld baart angst omdat ik denk dat ik wedijver met God.

Je zult het misschien moeilijk vinden om enige vorm van weerstand tegen deze slotuitspraak te vermijden. Wat voor vorm die weerstand ook aanneemt, onthoud dat je in wezen bang bent voor zo’n gedachte vanwege de ‘wraak’ van de ‘vijand’. Er wordt niet van jou verwacht dat je deze uitspraak op dit moment al gelooft; je zult hem waarschijnlijk als iets absurds van de hand wijzen. Let echter zorgvuldig op alle tekenen van verbloemde of onverbloemde angst die hij misschien opwekt.

Dit is onze eerste poging tot het uitspreken van een expliciete oorzaak-en-gevolgrelatie van een soort dat je uiterst onbedreven bent te herkennen. Blijf niet bij de slotuitspraak stilstaan, en probeer er behalve tijdens de oefenperioden zelfs niet eens aan te denken. Dat is voor dit moment genoeg.