Het idee van vandaag vervolgt met de gedachte dat vreugde en vrede niet slechts ijdele dromen zijn. Ze zijn jouw recht op grond van wat jij bent. Ze komen tot jou van God, die niet kan nalaten jou te geven wat Hij wil. Toch moet er een plaats worden bereid om Zijn gaven te ontvangen. Ze worden niet blij verwelkomd door een denkgeest die als plaatsvervanging voor waar de Zijne thuishoren die gaven ontvangen heeft die hij zelf heeft gemaakt.
Vandaag halen we alle zinloze en zelfgemaakte gaven weg die we legden op het heilig altaar waar Gods gaven horen. Van Hem zijn de gaven die in waarheid de onze zijn. Van Hem zijn de gaven die wij erfden voor er sprake was van tijd, en die nog steeds de onze zullen zijn wanneer tijd tot eeuwigheid is vergaan. Van Hem zijn de gaven die nu in ons zijn, want ze zijn tijdloos. En we hoeven niet te wachten om erover te beschikken. Vandaag al behoren ze ons toe.
Daarom verkiezen we nu hierover te beschikken in de wetenschap dat we, door die te kiezen in plaats van wat wij hebben gemaakt, slechts onze wil verenigen met wat God wil, in het inzicht dat hetzelfde één is. Onze langere oefenperioden vandaag – de vijf minuten per uur die jij voor je verlossing aan de waarheid geeft – moeten hiermee beginnen:
Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort, en vreugde en vrede zijn mijn erfgoed.
Leg dan de conflicten van de wereld terzijde, die andere gaven en andere doelen bieden, gemaakt van illusies, daarvan getuigend, en slechts nagestreefd in een wereld van dromen.
Dit alles leggen we terzijde en we zoeken in plaats daarvan wat waarlijk het onze is, terwijl we vragen te herkennen wat God ons gegeven heeft. Wij maken in onze denkgeest een heilige plaats vrij voor Zijn altaar, waar Zijn gaven van vrede en vreugde welkom zijn, en waar we naartoe komen om te vinden wat ons door Hem gegeven is. We komen vandaag met vertrouwen, ervan bewust dat Hij ons geeft wat ons in waarheid toebehoort. En wij wensen niets anders, want in waarheid behoort ons niets anders toe.
Zo maken wij vandaag de weg voor Hem vrij door eenvoudig te erkennen dat Zijn Wil reeds is geschied en dat vreugde en vrede ons als Zijn eeuwige gaven toebehoren. We zullen onszelf niet toestaan ze uit het oog te verliezen tussen de perioden dat we ze komen zoeken op de plaats waar Hij ze heeft gelegd. Deze geheugensteun zullen we zo vaak we kunnen ons te binnen brengen:
Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort.
Gods gaven van vreugde en vrede zijn al wat ik wil.